Actueel
Tien simpele communicatietips voor Van der Sar - en andere woordvoerders
Ajax-directeur Edwin van der Sar werd deze week bekritiseerd om zijn mediaoptreden na het ontslag van coach Alfred Schreuder. Dit zijn tien simpele communicatietips, relevant voor iedere woordvoerder, die de algemeen directeur aan een beter mediaoptreden hadden kunnen helpen.
1. Timing: zorg dat je fit en scherp bent
Ajax koos ervoor om coach Alfred Schreuder meteen na het verlies tegen FC Volendam te ontslaan. Dat gebeurde na 23.00 uur. Ajax is beursgenoteerd en dus werd er een persbericht verstuurd. Hierna moest de persconferentie nog beginnen. Dat is veel te laat – zeker na zo’n emotionele avond. Het ontslag had kunnen wachten tot de volgende dag. Dan was er voor het mediaoptreden meer voorbereidingstijd geweest. Pim Fortuyn ging ’s middags slapen voordat hij een belangrijk debat inging. Dan wist hij zeker dat hij uitgerust en scherp voor de dag kwam.
2. Persconferentie vs. interview
Het risico van een persconferentie is dat er een naar sfeertje ontstaat. Alle ballen op Van der Sar: de ene na de andere kritische vraag (met suggestieve ondertoon) maakte de avond er beslist niet gezelliger op. In een één-op-één interview gebeurt dat minder snel: je staat niet met een man minder op het veld. Ajax had deze situatie kunnen voorzien en voorkomen. De les: denk goed na over de juiste vorm en setting van het mediaoptreden.
3. Maintain the moral highground
Je negatief uitlaten over ontslagen medewerkers (of voorgangers) is een absolute no go – ook als er ruzie is geweest. Van der Sar bagatelliseert de leegloop in de selectie door aan te dragen dat er maar twee extra sleutelspelers vertrokken waren en er op voordracht van Schreuder ook spelers zijn gehaald – die niet presteerden. Van een leider mag verwacht worden dat hij verantwoordelijkheid neemt – maar ook dat hij zijn mensen beschermt en verdedigt. Voetbal is een spel. Er kunnen duizend factoren zijn waarom een samenwerking niet slaagt. Dat onverklaarbare maakt de sport zo aantrekkelijk. Benoemen dat Schreuder nog steeds een goede coach is, was op zijn plaats geweest. Of hem bedanken. Een reactie op het vertrek zegt ook veel over de werkgever zelf.
4. Rolvastheid: schoenmaker, blijf bij je leest
Van der Sar is algemeen directeur. Zijn taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk omschreven en omkaderd. Dit kan hem in interviews helpen beoordelen over welke onderwerpen hij wel en niet wil praten. Voorbeelden: Van der Sar sprak zich ongemakkelijk uit over de samenstelling van de RvC van Ajax. Hij is geen commissaris, dus leg over dit onderwerp geen verantwoording af. En hoewel een algemeen directeur eindverantwoordelijk is voor het dagelijks besturen van de organisatie, gaat Van der Sar onhandig en veel te gedetailleerd in op ‘voetbaltechnische’ vragen. Zo kort na een verloren wedstijd is het niet alleen onverstandig om je daarover uit te spreken, het is ook niet zijn rol.
5. Actief, niet reactief: zet zelf de toon
Van der Sar neemt plaats achter zijn tafeltje, kijkt als een konijn in de lichtbak van het legertje stroperjournalisten dat voor hem heeft plaatsgenomen en spreekt nadat hem vragen gesteld worden. Een klassieke val. Van der Sar dient leiderschap te tonen. Er wordt actie van hem verwacht. Antwoorden zijn per definitie reactief. Door met een statement zijn mediaoptreden te starten had hij de toon kunnen zetten. Bovendien worden veel vervelende vragen bij voorbaat gepareerd.
6. Elimineer emotie en maak geen ruzie met journalisten
Van der Sar liet zich de tent uitlokken door telegraafverslaggever Mike Verweij, die suggestieve vragen stelde en met wie hij kibbelend het interview afrondde. Een algemeen directeur van een beursfonds hoort niet tot dit niveau af te dalen. Als boegbeeld van een grote organisatie weet je dat journalisten je kritisch volgen. Dat is hun rol. Boos of emotioneel reageren op journalisten leidt zelden tot een betere verhouding met de media.
7. Bepaal van tevoren wat je wel en wat je niet zegt
Van der Sar geeft op iedere vraag, zelfs detailvragen, een antwoord. Zichtbaar improviserend zoekt hij naar een verhaal, hapert, struikelt over woorden en spreekt zinsdelen twee keer uit voordat hij verder gaat. Het was niet vreemd geweest als Van der Sar alleen het ontslag van zijn trainer had toegelicht. Of er deze transferperiode een nieuwe verdediger bijkomt is op dat moment even niet relevant. Het is trouwens een vraag waarop anderen binnen zijn team beter antwoord op kunnen geven. Dit pleit nogmaals voor het hanteren van een duidelijke rolverdeling: wie binnen de organisatie spreekt over welke onderwerpen?
8. Zitten vs. staan: lichaamstaal zegt meer dan woorden
Staand een interview geven (wel stil blijven staan natuurlijk) is makkelijker dan zittend. Een extra reden om geen persconferentie te geven. Van der Sar vouwt defensief zijn armen over elkaar, drinkt nerveus uit zijn glas water en knijpt op andere momenten in zijn handen. Deze lichaamstaal spreekt boekdelen en was voorkomen met een staand interview.
9. Rust = in control, Onrust = chaotisch
In een crisis wil een bestuurder rust bewaren. Door rustig te spreken, zorgvuldig woorden te kiezen en je te beperken tot één hoofdonderwerp straal je uit dat je een situatie in de hand hebt. Een onrustige houding (zie vorige punt) wekt de indruk dat aan de organisatie chaotisch leiding wordt gegeven. Het schept geen vertrouwen dat de situatie op korte termijn wordt opgelost. Vertrouwen in het bestuur is belangrijk voor iedere organisatie; voor een beursfonds des te meer.
10. Oefenen, oefenen, oefenen
Het tijdstip van de persconferentie, zo kort na de wedstrijd, verraadt dat dit mediaoptreden niet goed voorbereid is. Daar was immers geen tijd voor. Iedereen wil speechen zoals Barack Obama. En hoewel dat naturel oogt, is dat het allerminst. Een algemeen directeur die al eerder bekritiseerd is om zijn mediaoptredens doet er verstandig aan mensen om zich heen te verzamelen die hem trainen en coachen en hem beschermen tegen valkuilen. Iedereen kan een goede woordvoerder worden!